Stille Week 2019 Maranathakerk

13 maart 2019
Johan Schelling
Koning van de Joden            

Op veel afbeeldingen van de kruisiging en op crucifixen (kruisbeelden) vindt je de letters INRI.
Zij vormen de beginletters van het Latijnse opschrift op het kruis van Jezus.

I – Iesus = Jezus
N – Nazarenus = uit Nazaret
R – Rex = Koning
I – Iudaeorum = van de Joden

Dit opschrift was in opdracht van Pontius Pilatus in drie talen geschreven.
In het Hebreeuws – de taal van de tempel en van het volk van de Joden.
In het Grieks – de taal van de kunst en de cultuur en tevens de omgangstaal in het hele Middellandse Zeegebied.
In het Latijn – de taal van de politiek en het recht.

Zo’n houten bordje met opschrift, waarop de beschuldiging was geschreven, heette in het latijn ‘titulus’. Ons woord ‘titel’ komt daarvandaan. Jezus’ titel is: ‘Koning van de Joden’.

In het evangelie naar de beschrijving  van Marcus komt deze titel  ‘Koning van de Joden’ vijf keer voor, en uitsluitend in hoofdstuk 15. Blijkbaar wil Marcus duidelijk laten uitkomen wat Jezus aan het kruis heeft gebracht: zijn aanspraak op zijn koninklijke waardigheid.

Koning van de Joden – zijn intocht (Marcus 11:1-11)
Koning van de Joden – zijn titel (Marcus 15:1-15)
Koning van de Joden – zijn inhuldiging (Marcus 15:16-20a)
Koning van de Joden – zijn troonsbestijging (Marcus 15:20b-27)
Koning van de Joden – zijn bespotting (Marcus 15:29-39)